woensdag 30 december 2015

Spreuk 18

"We stoppen niet met spelen, omdat we ouder worden, maar we worden ouder, omdat we niet meer spelen."

George Bernhard Shaw

maandag 28 december 2015

Overzichtslijst

Inmiddels zijn er bijna 120 spellen online. Om de spellen nog makkelijker te vinden is er een overzichtslijst geplaatst bij de pagina's. Op deze lijst is in een oogopslag te zien voor welk doel en welke groep het spel geschikt is.


Veel succes!

zondag 6 december 2015

Kerstcadeautje?

Op zoek naar een leuk kerstcadeautje voor kinderen? Koop een pakje speelkaarten (Action per 2 €0,49) en kopieer het bijgevoegde blad met 6 Rekenspelletjes met speelkaarten. Je kunt het A4tje oprollen en samen met een pakje speelkaarten inpakken. Je kunt ook het A4tje plastificeren en de 6 spelletjes uit knippen en een gaatje in de hoek van elk kaartje maken. Doe hier een touwtje door. Doe de kaartjes samen met het kaartspel in een leuke verpakking en het cadeautje is klaar!


Blad downloaden: klik hier!  PDF
Blad downloaden: klik hier!  Words

vrijdag 4 december 2015

Rekenspel 27 Afscheid van de Sint: 6 Decemberspel

Groep:             1,2
Materiaal:        dobbelsteen, een spelbord per kind,
                        voorraad fiches of doppen
Domein:           getallen
Doel:                getalbegrip: het getal 6
Vorm:               twee-, drie-, viertallen


Nog even een spelletje om het afscheid van de Sint te vieren, voordat we ons weer storten in het Kerstgedruis.

Elk kind heeft een spelbord voor zich. De kinderen gooien met de dobbelsteen. Degene die het hoogste gooit mag beginnen. De kinderen gooien om de beurt met de dobbelsteen. Wie 6 gooit mag een dop of fiche op de 6 leggen. Te beginnen op de stip. Wie het eerste de 6 vol heeft, heeft gewonnen.

U kunt gebruik maken van de spelborden: klik hier Publisher
U kunt gebruik maken van de spelborden: klik hier pdf

Tip:
Vindt u dit te veel werk? Dan tekent u op een vel papier een 6 waar de doppen of fiches in of op passen.

Tip:
Wat dacht u van het 1 april spel? Of 27 april spel en dan met oranje doppen?

Tip:
Of gebruik de datum van de verjaardag van de kinderen uit de klas. Voor jonge kinderen wat moeilijk, maar vanaf groep 2 lukt het zeker.

woensdag 2 december 2015

Rekenspel 123 24-game – Sinterklaas versie

Op www.leswiki.nl van Paul Koning gevonden het 24-game spel  met Sinterklaaskaarten. Zie voor regels van het spel bij spel 56


Er zijn 3 verschillende niveaus. Klik op een niveau om de 30 bijbehorende kaarten te downloaden.
Druk de kaarten af, bij voorkeur in kleur, plak ze op stevig karton en knip ze uit en/of lamineer de kaarten.
Het spel kan met 2 tot 4 kinderen gespeeld worden. De kaarten worden geschud en op de kop op een stapel gelegd. Haal eventueel de te moeilijke kaarten uit het spel.
Er wordt een kaart omgedraaid. Zodra iemand het antwoord weet legt hij zijn hand op de kaart. Daarna moet hij het antwoord zeggen. Als het klopt mag degene die het antwoord weet de kaart houden.
Kaarten met 1 pepernoot zijn 1 punt waard, met 2 pepernoten 2 punten en met 3 pepernoten 3 punten. Er kan gespeeld worden tot een bepaalde score is gehaald (bv. 10 of 15 punten) of tot er een afgesproken tijd om is. Wie het eerst de score heeft gehaald of wie de meeste punten heeft wint.
Variaties/tips/opmerkingen
  • Het spel kan natuurlijk ook met echte pepernoten worden gespeeld! Zet een bak met pepernoten klaar. Wie een kaart wint mag 1, 2 of 3 pepernoten uit de bak halen. Let er wel op dat kinderen die ongeveer hetzelfde niveau hebben tegen elkaar spelen.

maandag 23 november 2015

Rekenspel 122 Piet is verliefd spel

De Sinterklaasboeken, voorheen van DE, zijn sinds 2003 een groot succes. Dit  is het tweede jaar dat Unox de inmiddels bekende reeks uitbrengt. Johnny de Mol is nu een van de drie schrijvers van het Sinterklaasboek.  Samen met de Belgische illustrator Pieter Gaudesaboos schreef Johnny het boek ‘Piet is Verliefd’.
Het is een prachtig boekje. Het verhaal is ook voor jonge kinderen goed te volgen en de illustraties van Gaudesaboos zijn schitterend!





Voor jonge kinderen zijn betekenisvolle activiteiten een must. Pas als iets betekenis heeft wordt er door kleuters en jonge schoolkinderen geleerd. Na het lezen van dit grappige verhaal zullen de kinderen smullen van dit “Piet is verliefd spel”!



Het spel:

Groep:             1, 2,3,4
Materiaal:        20 harten met de cijfers van 1 tot en met 10 er op 

                        (evt. meer kaartjes)
Domein:           getallen
Doel:               het oefenen van de splitssommen tot 10
Vorm:              tweetallen

De harten liggen op de kop op de tafel. 1 Hart ligt open op tafel. Kind 1 pakt een kaart. Zijn de harten samen 10, dan mag het kind de harten houden. Zo niet dan wordt het hart op de kop naast de beginstapel gelegd. Dan pakt kind 2 een hart. Past deze wel? Dan mag het kind de beide harten houden.
Dan wordt opnieuw een hart van de startstapel open op tafel gelegd. En het spel gaat verder. Als de harten op zijn is de winnaar degene met de meeste combi's. 

Tip: 
Je kunt ook van twee of nog meer kaartspellen de rode harten kaarten gebruiken.

Variatie
Het boek gaat ook over cadeautjes. 
Klik hier voor kaartjes met cadeauplaatjes moeilijk
Klik hier voor kaartjes met cadeauplaatjes met cijfers eenvoudig

vrijdag 13 november 2015

Rekenspel 121 Pietenspel

Groep:           1,2, 
Materiaal:      het spelbord, dobbelsteen en 2 pietjes (of pionnen)
Domein:         getallen
Doel:              oefenen van cijfers

Vorm:             tweetallen





Print het speelbord.  U kunt het natuurlijk ook tekenen en het aantal schoorstenen uitbreiden voor meer deelnemers. Op school of thuis heeft u vast wel speelgoed Pietjes die u als pion kunt gebruiken.

De spelregels:

Elk kind spreekt van te voren een getal af. De een 3 en de ander bijvoorbeeld 5. Als je het afgesproken getal gooit, mag je je pion een steentje omhoog zetten. Welke Piet is het eerst bij de schoorsteen?

Variatie: 
Gebruik in plaats van een dobbelsteen, speelkaarten. Bv de 2,3 en 4. Leg de kaarten op de kop naast het speelbord. Het kind dat aan de beurt is mag 2 kaarten pakken en telt deze kaarten bij elkaar op. Dit is het aantal stenen dat de Piet mag klimmen. Een kaart wordt weer onderaan de stapel gelegd. Het volgende kind pakt er een kaart bij en telt deze weer bij elkaar op. 

Er is een kleuren variant voor peuters en jonge kleuters.

Klik hier voor het speelbord  in words
Klik hier voor het peuterspelbord 1 in words
Klik hier voor het peuterspelbord 2 in words

Klik hier voor het speelbord in PDF
Klik hier voor het peuterspelbord 1 in PDF
Klik hier voor het peuterspelbord 2 in PDF


woensdag 11 november 2015

Beter samen spelen Tafel van 10

In de Nationale Onderwijs week van 2014 is de brochure uitgebracht: Beter samen spelen, Tafel van 10. Onder regie van de Stichting Leerplan Ontwikkeling is hard gewerkt aan deze uitgave, die beschrijft welke krachtige functie spel, het spelen van spellen, in het onderwijs kan hebben. Spel is niet louter ontspanning, nadat het ‘echte’ schoolwerk is gedaan. Het spelen van spellen draagt bij aan de ontwikkeling van het leren van kinderen en hoort ook thuis in de ‘onderwijstijd’.
Het is jammer dat deze brochure niet meer onder de aandacht is gekomen. Daarom als nog een poging om via dit blog de aandacht er op te vestigen.





In deze uitgave worden 10 motieven, harde en houtsnijdende motieven gegeven, om spelen en spellen een belangrijke plaats te geven in de onderwijstijd. Steeds worden de voorbeelden toegespitst op rekenen besproken. Een aantal spellen die in de school worden gespeeld, zijn nauwkeuriger bekeken en mede beoordeeld op hun educatieve waarde.
Ook wordt aangegeven waaraan geschikte rekenspellen moeten voldoen om een bijdrage te kunnen leveren aan de ontwikkeling van kinderen. Tussen de 10 motieven 

om het spelen van spellen een belangrijke plaats te geven in de onderwijstijd, worden ook een paar praktijkvoorbeelden beschreven. 


Een interessante brochure voor rekencoördinatoren en alle leerkrachten die rekenen een warm hart toedragen. 

Klik hier om de brochure te downloaden.



zondag 8 november 2015

Rekenspel 117 Cijfers schrijven

Groep:             1+,2
Materiaal:        geen
Domein:           getallen
Doel:                inoefenen van cijfersymbolen
Vorm:               klassikaal, kleine kring, tweetallen

Spel voor twee kinderen. Het ene kind schrijft een cijfer bij het andere kind op de rug. Welk cijfer is er geschreven?

Variatie
Een kind doet zijn ogen dicht en het andere kind schrijft een cijfer op de hand van het kind dat zijn ogen dicht heeft.

Variatie
Het kind schrijft het cijfer niet, maar geeft een aantal tikjes. Het andere kind geeft aan hoeveel tikjes het heeft gevoeld.

dinsdag 3 november 2015

Rekenspel 116 Sint Maartenspel

Groep:             ( 2) 3
Materiaal:        spelbord, dobbelsteen, 4 pionnen, potje met fiches 

Domein:           getallen
Doel:                getallenrij, optellen

Vorm:              2 tot 4 kinderen

.

1   Elk kind wat mee doet krijgt 3 bonusfiches uit de pot. De kinderen zetten hun pion op de rondjes bij de 1 bij Start. De eerste ronde gooien de kinderen de dobbelsteen. Degene met de hoogste worp mag beginnen. Komt het kind  op een appel of peer, dan mag het een fiche uit de pot pakken. Beloning voor een gezonde traktatie!
     Komt het kind op een snoepje? Dan betaalt het een boete: 1 fiche en 2 plaatsen achteruit.
     Het spel is uit als een kind precies op de 30 beland of als een kind blut is. De winnaar mag dan 3 fiches uit de pot nemen.Vervolgens wordt geteld welk kind de meeste fiches heeft! Die is de winnaar.

Tip:
Gebruik twee dobbelstenen en plak de 4,5,6 af en schrijf daar een extra 1,2,3 op.



Klik hier voor het spelbord words
Kijk hier voor het spelbord in PDF


Een prentenboek voorlezen en vervolgens spelen van een rekenspel met hetzelfde onderwerp maakt dat activiteiten in een betekenisvolle context worden geplaatst. Een schitterend boek over Sint Maarten is het prentenboek van Sint Maarten en het kleine beertje van Maja Dusikova.
Nu weer te koop bij Bol!








zondag 1 november 2015

Rekenspel 115 Nummeren

Groep:            5, 6, 7, 8
Materiaal:       speelveld van 5 bij 5 hokjes

Domein:         getallen
Doel:              logisch redeneren

Vorm:             klassikaal of in een groepjes


Nummeren werd bedacht door de Engelsman David Parlett. Het kan ook zonder nummers, maar met getallen telt het handiger.

Het speelveld is vijf bij vijf. Het eerste kind zet ergens in het veld, in een hok naar keuze, een 1. Het volgende kind zet, in een leeg hok dat in dezelfde horizontale of verticale rij ligt, het volgende cijfer, dus een 2. Vanaf nu telt de echte regel: elk kind zet het volgende cijfer in een leeg hok in dezelfde horizontale of verticale rij als het vorig geplaatste cijfer, zodanig dat er geen reeds gevulde hokjes tussen het vorige cijfer en het nieuw te plaatsen cijfer staat.

Degene die geen cijfer meer kan plaatsen verliest, en de winnaar krijgt zoveel punten als zijn laatst geplaatste cijfer.

De verliezer begint het volgende spel. Degeen die het eerst bij 50 punten is, wint de pot. Een kind mag opgeven als hij ziet aankomen dat hij verliest: daarmee kan hij de schade beperken. Ook dan krijgt de tegenstander zoveel punten als zijn eigen laatst geplaatste cijfer.



 
 




 





 





 





 






Van: Hans van Maanen

vrijdag 30 oktober 2015

50.000 views!!!!!!

In 26 maanden naar 50.000 views. Ik ben er erg trots op! Merk dat het blog aan een behoefte voldoet!  
Op naar de volgende 50.000!


Dank aan alle volgers en lezers voor hun belangstelling!







woensdag 28 oktober 2015

Spreuk 17

"Als je sneller wilt spelen kun je wel harder lopen, maar in wezen bepaalt de bal de snelheid van het spel."

Johan Cruijff



woensdag 14 oktober 2015

Rekenspel 114 Elf

Groep:             2+, 3
Materiaal:        2 dobbelstenen, doppen of  fiches, kastanjes, munten
Domein:           getallen
Doel:                splitsen van het getal elf
Vorm:               in groepjes van 2,3,4


Elke kind neemt 20 tot 30 fiches en zet er 2 in de pot. Dan werpt elk kind om de beurt met de 2 dobbelstenen. Wie elf gooit mag de hele pot nemen, maar bij 12 moet het kind de inhoud van de pot verdubbelen. Bij andere worpen moet het kind het verschil met elf in de pot zetten (5 geworpen = zes inzetten),
Het spel stop als de tijd om is of als een van de kinderen geen fiches meer heeft.

zondag 11 oktober 2015

Automatiseren en memoriseren ( deel 5)

Dit vijfde artikel in deze reeks gaat in op de vraag hoe je als leerkracht zicht kunt houden op waar kinderen nu precies staan.

In het artikel uit Volgens Bartjens over Rekendrempels nemen( Danhof e.a. 2014) worden de profieltoetsen Rekenen besproken. Deze zijn ontwikkeld en gebruikt voor een onderzoek naar het ontstaan van rekenproblemen. En zijn geschikt om te onderzoeken hoe het er voor staat met het automatiseren.
Er wordt uitgegaan van  2 soorten toetsen:
1. screeningstoetsen die bestaan uit representatieve sommen op het niveau van de groepen 3 t/m 7 van het basisonderwijs
2. automatiseringstoetsen, waarmee de vlotte beschikbaarheid van de basiskennis voor het hoofdrekenen wordt getoetst

De screeningstoetsen brengen het kunnen oplossen van de sommen (we noemen dit ‘power’) in beeld, de automatiseringstoetsen zijn gericht op het kennen (‘speed’).
1.Power – de Screeningstoets – als aanvullend hulpmiddel voor de risicogroep. De screeningstoetsen bestaan uit representatieve sommen op het niveau van de groepen 3 tot en met 7 van het basisonderwijs. Ze kunnen aanvullend naast de methodetoetsen en de Cito-toetsen worden gebruikt. De screeningstoets biedt de leerkracht snel een systematisch beeld van achterstanden, hiaten en foutenpatronen. Op basis van het groepsoverzicht of de individuele Profielkaart kunnen nadere observaties en doelen voor herhaalde instructie en oefening worden gepland.

2 Speed – de Automatiseringstoetsen – preventieve functie voor de hele school. De automatiseringstoetsen, meten de vlotte beschikbaarheid van de basiskennis voor het hoofdrekenen. Deze toetsen vormen de kern van het programma. Ze geven de mogelijkheid automatiseringstekorten vroegtijdig te signaleren. Binnen dit project betekent automatiseren: meteen weten. Dit in tegenstelling tot in sommige andere publicaties waarbij ‘automatiseren’ slaat op ‘vlot kunnen uitrekenen’ en memoriseren op ‘meteen weten’. De automatiseringstoetsen (speedtoetsen) zijn eenvoudig af te nemen en verschaffen belangrijke informatie.

De ontwikkelaars van deze toetsen gaan er van uit rekenen stapelen is. Op een eigen profielkaart kan inzichtelijk worden gemaakt hoe de rekenmuur van het kind er voor staat.


Bron:
Danhof, e.a. 2014 Rekendrempels nemen: een goede basis voor het leren hoofdrekenen, Volgens Bartjens jaargang 34 2014/2015, pp 4 - 7
http://www.bareka.nl/  ( hier zijn de toetsen gratis te downloaden)




woensdag 7 oktober 2015

Rekenspel 113 Raar maar waar: Fladdertje op zijn kop

Fladdertje is een 'rare' vleermuis. Hij hangt altijd op zijn kop ... volgens de andere vleermuizen dan. Het heeft natuurlijk ook voordelen: hij vindt sneller een bal terug, hij kan zijn vlieger beter laten vallen, hij kan beter op de kleine vogels passen, en met een jojo spelen kan hij als de beste, ... Slapen is moeilijker, hij slaapt op de grond. Dat lijkt gevaarlijk, maar de vos is er zodanig door in de war, dat hij denkt dat het geen vleermuis is en hem ongemoeid laat. Maar 's nachts, als de vleermuizen vliegen, is er geen verschil. Fladdertje en de anderen vliegen door elkaar en denken alleen aan eten. Een heel origineel boekje over anders zijn en de voordelen ervan. Het is getekend vanuit het perspectief van de vleermuizen: omgekeerd dus!


Raar maar waar?  De wereld op zijn kop. Een al wat ouder boekje, maar in deze kinderenboekenweek goed passend.  Lees het boekje voor en bedenk hoe je de wereld kunt zien als een vleermuis. Misschien kun je in het speellokaal in het wandrek of buiten op het klimrek de kinderen laten ervaren wat je ziet als je op je kop hangt.

Laat kinderen dan op kaartjes stukjes van de omgeving op de kop tekenen. Een uitdaging? Of juist niet? 


Laat de kinderen in tweetallen aan het werk gaan  met de getekende kaartjes. De een houdt het kaartje omhoog, uiteraard op de kop en de ander zoekt in de ruimte waar het getekende zich mogelijk kan bevinden.

Antje Damm (auteur en illustrator )

Kijk voor suggesties ook eens in het boek: Met Rekenogen bekeken van Hanneke Bree.

vrijdag 2 oktober 2015

Rekenspel 112 De schaduw van Jan

Ter ere van de kinderboekenweek "Raar maar waar" een prentenboek met een meetkundig verschijnsel: Schaduw. Als de zon schijnt tijdens de kinderboekenweek een mooi boek om voor te lezen en kinderen te laten experimenteren.

Als het vriendinnetje van Jan niet buiten wil spelen, komt de schaduw van Jan hem gezelschap houden. Alles wat Jan doet, doet zijn schaduw ook; rennen, knikkeren en andere spelletjes. Jans schaduw houdt niet van andere schaduwen, die vindt hij te donker. En als er een felle zon schijnt, kruipt zijn schaduw achter Jan. 's Avonds op zijn kamer, zittend voor het raam, roept Jan zijn schaduw. Wanneer hij zich omdraait, ziet hij dat zijn schaduw al op bed ligt.

"De schaduw van Jan is een origineel verhaal. Alle kenmerken van een schaduw komen in het gesprek tussen Jan en zijn schaduw naar voren. Zo vertelt Jans schaduw dat hij helemaal van Jan is, dat hij op elk moment hetzelfde doet als Jan en dat hij verdwijnt als de zon er niet is of als de lampen uit zijn. Een prentenboek dat kleuters hun eigen schaduw zal laten ontdekken."  


Bron: Leonie Drent

Klik hier voor de digitale versie van het boek

Idee voor een spelmoment naar aanleiding van het boek De schaduw van Jan? 

Zet een stok met een paal op een zonnige plek op het plein.Laat kleuters bedenken waar de schaduw over..... zal zijn. Met stoepkrijt tekenen de kleuters hun idee. Kijk na een tijd weer? Wie had gelijk?

Kinderen weten al heel jong dat hun schaduw niet altijd hetzelfde is: soms is hij kort, soms is hij langer. Door leerlingen te laten onderzoeken hoe schaduwen veranderen in de loop van de dag roepen we vragen op over de beweging van de zon en de aarde ten opzichte van elkaar. Een groot deel daarvan zijn meetkundige vragen. Wanneer we schaduwen als startpunt nemen, koppelen we onderwerpen als het draaien van de aarde en de seizoenen aan een concreet waar te nemen verschijnsel. Waarschijnlijk blijkt dan dat die onderwerpen lastiger zijn dan ze misschien lijken. In de bovenbouwklassen waar we lessen uitprobeerden, verslikten bijna alle kinderen zich in verhalen over het draaien van de aarde, over de baan om de zon, over de afstand tussen aarde en zon, enzovoort. Ook al waren deze onderwerpen op school al verschillende keren aan de orde geweest en ook al hadden de kinderen er via televisie over geleerd, toch kon bijna niemand precies vertellen hoe het zat. Ook voor kleuters is schaduw een interessant verschijnsel. Met hen kun je bespreken wat een schaduw eigenlijk is, en je kunt ze bijvoorbeeld laten experimenteren met een lamp. De constatering dat de zon ook een soort lamp is en dat de zon niet op dezelfde plek blijft staan is voor kleuters al bijna genoeg.


Wil je meer lezen? Klik hier

Bron: Experimenteren in de rekenles  klik hier






zondag 27 september 2015

Automatiseren en memoriseren ( deel 4)

Dit is inmiddels het vierde artikel uit deze reeks. In de vorige artikelen is het verschil tussen automatiseren en memoriseren besproken en hoe de leerkracht dit kan oefenen in de groep. Dit artikel beschrijft welke sommen behoren tot de basiskennis en hoe dit verder geoefend kan worden.

De sommen die de basiskennis vormen, zijn verdeeld over vijf zogenaamde rekendrempels:
Drempel 1: optellen, aftrekken en splitsen tot en met 10, bijvoorbeeld: 4 + 3, 7 − 4, 
8 splitsen in 5 en 3 
Drempel 2: vlot kunnen ‘springen’ op de getallenlijn tot 100.
Drempel 3: optellen en aftrekken over 10 (tot 20), bijvoorbeeld: 8 + 7, 15 − 7.
Drempel 4: bouwsteensommen tot 100, zoals: 47 + 30 en 77 − 30, 28 + 7 en 35 − 7.
Drempel 5: eenvoudige tafels: 2, 3, 4, 5 en moeilijke tafels: 6, 7, 8, 9.

Het vlot kennen (goed beheersen) van de drempels draagt echter in sterke mate bij aan het kunnen oplossen van steeds moeilijker sommen. Tekorten in de basiskennis veroorzaken achterstanden en stagnatie. Anders gezegd: rekenen is stapelen! Voor de leerkracht is het van groot belang zicht te krijgen en te houden op de onderliggende lagen van het muurtje. Rekenproblemen worden vaak veroorzaakt doordat de onderliggende lagen in het rekenmuurtje niet stevig genoeg zijn! Dus niet genoeg zijn geautomatiseerd.

Het is belangrijk het voor het leren van leerlingen, dat ze weten wat ze moeten leren en waarom. (Hattie, 2008) Dat ze weten waar ze ongeveer staan én weten hoe ze zelf verder kunnen werken om hun doelen te bereiken. Als leerlingen meer grip hebben op hun eigen leren en zelf een actieve rol hebben, waarbij  ze niet afhankelijk van de 


leraar zijn, neemt hun motivatie toe. Ook groeit hun zelfvertrouwen als ze zien dat ze vorderingen maken en beseffen dat dat door eigen inspanning komt. Leerlingen die hoge, maar wel realistische, verwachtingen van zichzelf hebben blijken véél hoger te presteren dan wanneer ze geen, of lage verwachtingen hebben.


De SLO heeft Drempelkaarten gemaakt waarop kinderen zelf hun vorderingen kunnen bij houden. Maar ook een serie spellen uitgezocht en uitgewerkt die kunnen gebruikt om extra te oefenen bij het automatiseren en het onderhouden van de geautomatiseerde sommen en precies aansluiten bij de verschillende drempels.

Hattie, J, Visible Learning, Taylor & Francis Ltd,  2008
,

woensdag 23 september 2015

Rekenspel 111 Knikkerspel met eierdozen

Groep:             1,2,3,4,5,6,7,8
Materiaal:        eierdozen en knikkers
Domein:           getalbegrip
Doel:                bewerkingen
Vorm:               tweetallen



Van een eierdoos voor 6 eieren knip je de deksel af. Je maakt de eierdozen aan elkaar vast door een gaatje in de zijkant te prikken en met een touwtje aan elkaar vast te binden. Er ontstaat een rechthoek met 24 vakjes. Je verft 8 vakjes geel, 6 vakjes groen, 6 vakjes blauw en 4 vakjes rood.
Nu kan je met een knikker in de vakjes gooien. Rood levert 4 punten op, blauw 3 punten, groen 2 punten en geel 1 punt. Wie de meeste punten heeft, wint!!
Bron: Jumbo

Variatie:
1. Je kunt ook i.p.v. verven cijfers schrijven in de vakjes van de eierendoos.

 

zondag 20 september 2015

Rekenspel 110 Vossen en ganzen

Groep:              5, 6,7,8
Materiaal:       vel papier met 10 keer 10 hokjes
Domein:           meten en meetkunde
Doel:                ruimtelijke oriëntatie, logisch denken en redeneren, getalbegrip
Vorm:              tweetallen





De vos begint en schrijft het cijfer 1 in een vakje. Van daaruit mag hij naar alle aangrenzende vakjes springen, ook diagonaal. Daar zet hij 2, enzovoort.
De ganzen zetten op hun beurt telkens een cirkeltje in een willekeurig vakje. Op die vakjes mag de vos niet meer gaan staan. De ganzen proberen de vos in te sluiten, zodat hij niet meer kan bewegen. Maar let op: de vos mag wel over een gans heen springen, mits het vakje erachter nog vrij is. Hij mag dat ook diagonaal. Daarbij wint hij een extra punt. Vos 21 die over een gans springt, wordt dus 23. De vos mag zo mogelijk ook een keten van sprongen over ganzen afleggen, waarbij hij onderweg wel steeds zijn nummers moet zetten. De vos mag niet springen over zijn eigen vorige nummers.
Een belangrijke regel is dat overspringen verplicht is, zodra het kan. Dit kan dus als valstrik worden gebruikt. De vos wint als hij het cijfer 30 bereikt.


http://www.pythagoras.nu/pyth/pdf/artikel_49466_penpapier.pdf

woensdag 16 september 2015

Rekenspel 109 7tje

Groep:              4+,5, 
Materiaal:        zes dobbelstenen, dobbelbeker, whiteboard marker
Domein:           getalbegrip
Doel:                
automatiseert bewerkingen tot en met 30
 
Vorm:               d
it spel kan worden gespeeld met 2 tot en met 6 kinderen 




1. Werp de stenen op. 

2. Haal na elke worp de paren dobbelstenen eruit die samen 7 zijn (Dit kunnen 1 & 6, 2 & 5 en 3 & 4 zijn). Leg deze dobbelstenen apart.

3. Zijn er nog dobbelstenen over? Gooi voor de tweede keer. Haal hier ook weer de 
paren die samen zeven zijn uit. Zijn er nog dobbelstenen over? Gooi voor de derde keer. Na drie keer gooien tellen de aantallen op de dobbelstenen die over zijn als punten.

4. Tel de punten bij elkaar op en noteer ze op je kladblok. Tel telkens de punten van je vorige beurt erbij op.
 
Wie als eerste 30 of meer strafpunten heeft, is de verliezer. Er geldt echter dat iedereen evenveel beurten moet hebben gespeeld. Er kunnen dus twee of meer verliezers zijn. Degene die na evenveel beurten de minste punten heeft behaald, is de winnaar! Er kunnen dus ook meerdere winnaars zijn.